Door: Kelly Heidekamp
Het is 1 januari 00:00, het is stil, muisstil. 9 uur geleden kwamen er al vele berichtjes binnen waarin
iedereen elkaar een gelukkig nieuwjaar wenste. Nu is dan ook eindelijk bij mij het nieuwe jaar begonnen. Ik kijk uit mijn raam, maar het enige wat ik zie is het zwart van de nacht met de glinstering van de maan er tussendoor. Ik zie geen mensen op straat, ik zie geen vuurwerk. Op dat moment realiseer ik me dat ik niet in Nederland ben, ik ben in een andere cultuur terecht gekomen.
Om precies te zijn zit ik in Californië, Amerika. In de plaats genaamd San Bernardino. Het ligt op ongeveer een uurtje rijden vanaf Los Angeles. Ik heb het geluk om hier stage te mogen lopen. 5 maanden lang kan ik de Amerikaanse cultuur ontdekken. Althans, daar ging ik van uit toen ik Nederland verliet…
Eenmaal aangekomen in California, kwam ik er al snel achter dat ik niet de ‘’typische Amerikaanse’’ cultuur zou gaan ontdekken. De cultuur die ik hier heb leren kennen is een combinatie van de Amerikaanse en de Mexicaanse cultuur. Hier had ik nooit aan gedacht voordat ik voet zette op Amerikaans grondgebied. Achteraf gezien had ik dat best kunnen weten. De plaats waar ik stage loop en woon, ligt op ongeveer 2 uur rijden van de Mexicaanse grens. Bovendien is Californië vroeger in handen geweest van de Spanjaarden. In plaats van de Amerikaanse cultuur, als die al bestaat, mocht ik dus dé cultuur van zuid-Californië ontdekken. Je moet nagaan dat Californië alleen al groter is dan Nederland. Als je dan ook nog meeneemt dat er in Nederland al een cultuurverschil bestaat tussen het noorden en het zuiden, dan begrijp je ook dat ik niet meer over ‘de’ Amerikaanse cultuur praat. Ik ga er nu van uit dat elke staat zijn eigen cultuur heeft ontwikkeld en dat er binnen staten ook nog verschillen zijn.
Iedereen heeft wel een beeld van de cultuur in Californië. Veel fast food, de typische surfstranden en veel dikke mensen. Dit beeld kan ik niet ontkennen. Het klopt dat overal waar je kijkt je wel een fast food-restaurant kan vinden. Op loopafstand van mijn appartement alleen al, zijn al meer dan tien verschillende fast food-restaurants te vinden. Deze worden door de inwoners ook goed bezocht. Als ik ’s ochtends vroeg om half 8 de weg op ga, zie ik bij sommige fast food-restaurants al lange rijen bij de ‘drive thru’ staan. De mensen zijn hier dol op drive thru’s heb ik ontdekt. Voor bijna alles hebben ze hier wel een drive thru. Van een drive thru van de Starbucks tot een drive thru voor een beurt voor je auto en van een drive thru voor het pinnen van geld tot een drive thru voor het halen van de griepprik. De mensen hier doen alles met hun auto. Ik moet ook eerlijk bekennen dat ze groot gelijk hebben, want een andere optie heb je hier ook niet. Ik moest van LA naar San Bernardino komen met het openbaar vervoer. Naast dat ik een grote koffer en twee tassen bij me had, was deze rit sowieso geen pretje. Er rijden niet, zoals in Nederland, overal bussen naar toe. Om ergens te komen moet je vaak ook nog een eind lopen. Daarnaast is de fiets hier geen mogelijkheid: alles is zo gebouwd dat het te ver uit elkaar ligt om te fietsen. Daarnaast is het ook nog behoorlijk gevaarlijk om hier te fietsen aangezien er nauwelijks fietspaden zijn. Ik heb in mijn tijd hier wel een aantal mensen op de fiets gezien, maar de meeste keren was dit langs de snelweg. Ik snap dan ook dat de voorkeur toch uitgaat naar de auto. Je zou kunnen zeggen, dat dat misschien wel de reden is dat Amerikanen zo dik zijn. Het kan natuurlijk zijn dat ik in een relatief gezond gebied van Amerika woon, maar ik heb nu niet het idee dat hier zoveel meer dikke mensen rondlopen dan in Nederland.
Het typische beeld van Californië zelf klopt wel. Zeker wanneer je aan de kust bent. De prachtige beelden uit films met de witte stranden, de wegen met palmbomen aan de zijkanten en de prachtige surfstranden zijn er zeker! Ik had het geluk dat ik met iemand mee mocht om een dagje te gaan surfen. Zij surft minstens drie keer per week en altijd bij hetzelfde strand. Het is precies zoals je zou verwachten. Als je ooit de kans krijgt om in Californië te leren surfen, zou ik dat zeker aanraden!
Zodra je wat meer het land in gaat richting het oosten, zal je zien dat de Mexicaanse invloeden steeds meer zichtbaar worden. Er lopen niet alleen meer mensen rond met een Mexicaans uiterlijk, maar veel borden zijn ook vertaald in het Spaans en er zijn meer Spaanse eetgelegenheden. Vooral deze cultuur heb ik echt van dichtbij gezien tijdens mijn stage. In de fabriek waar ik stage heb gelopen, heeft het grootste gedeelte van de werknemers een Mexicaanse achtergrond. Velen van hen spraken niet eens Engelsen konden alleen maar Spaans. Dit maakte het wel lastiger om te communiceren, maar gelukkig waren er ook veel collega’s die beide talen spraken.
Wat mij is opgevallen gedurende mijn stage, is dat voedsel heel veel vertelt over de cultuur. Je merkt hier dat veel eetgelegenheden Mexicaans zijn, of in ieder geval een schap met Mexicaanse producten hebben. Deze producten zijn weer heel anders dan ik gewend ben in Nederland. Een simpele rookworst of boerenkool is hier lastig te vinden. Daarentegen vind je wel overal tortilla’s en verschillende soorten salsa’s. Bij mij op stage hadden we elke eerste donderdag van de maand een gezamenlijke lunch die elke maand door iemand anders geregeld werd. Op deze manier heb ik veel echt ‘’grootmoeders’’ Mexicaans eten gehad: erg pittig, maar niet heel gezond. Toen het de beurt aan Maria was, een echte Mexicaan, had zij een echt Mexicaans broodje meegenomen. Toen ik het zag, deed het me heel erg denken aan een broodje kebab. Het smaakte iets anders, maar het kwam wel op hetzelfde neer: een soort pita broodje met vlees, groente en knoflooksaus. Het was wel apart om te zien dat iets wat echt traditioneel Mexicaans voor hen is, door mij eerder met Turkije wordt geassocieerd.
Als student Food & Business, valt eten mij als eerste op als het gaat om cultuurverschillen. Natuurlijk heb ik ook andere verschillen ervaren. Het gebeurt wel vaker dat als je naar een ander land gaat, dat er een andere valuta wordt gebruikt. In Amerika gebruikt men blijkbaar, naast een andere valuta, ook een andere eenheid voor bijvoorbeeld de tempratuur, voor de afstanden en voor gewichten. Voor zover ik weet, zijn er niet veel meer landen die Fahrenheit gebruiken. Ik ging ervanuit dat ze Celsius wel zouden snappen. Maar helaas, ik moest alle eenheden leren omreken. Celsius werd Fahrenheit, kilometers werden Miles en grammen werden ounces. Het blijft toch wel raar dat Amerika een van de weinige landen is die dit nog gebruikt. Ik heb hier misschien wel een verklaring voor. Ik heb namelijk het idee dat Amerikanen erg op zichzelf zijn en dan ook erg graag anders willen zijn dan de rest.
Tijdens mijn stage hier heb ik vrij weinig vragen gekregen over hoe het dan in Nederland was en als er al een vraag kwam, hadden ze geen idee waar Nederland ligt. De vraag die ik het vaakst over Nederland kreeg was: ‘en wat is Holland dan?’ De meeste Amerikanen leven echt in Amerika en hoeven ook niet meer te weten. Zo vond ik het vreemd dat op 9/11 ik niks mee kreeg van de ramp die een aantal jaar geleden was gebeurd. Terwijl we daar in Nederland nog elk jaar bij stil staan en de een na de andere documentaire op tv te zien is. De mensen hier vinden alleen hun eigen omgeving belangrijk. De branden in noord-Californië? Je hoorde er niks over. Maar toen de branden rond Los Angeles waren had iedereen het erover. Het is apart om te zien dat wij in Nederland alles weten over de hele wereld en ze hier in zuid-Californië alleen maar het nieuws over hun eigen gebied interessant vinden.
Daarnaast is een cultuur ook goed terug te zien in de feestdagen. Ik heb hier een aantal grote feestdagen mogen meemaken. De eerste feestdag die ik tegenkwam tijdens mijn stage hier was Thanksgiving. Ik heb Thanksgiving niet op de traditionele manier mee kunnen vieren. Thanksgiving viel dit jaar op de dag na mijn verjaardag. Mijn ouders waren toen hier en we waren op een roadtripje hier in de omgeving. Wel hebben we toen bij een restaurant een Thanksgivingbuffet gegeten met, volgens het personeel, echt traditioneel eten. In grote lijnen bestond dit buffet uit kalkoen of ham met bijgerechten, waaronder aardappelpuree. Van de rest van de bijgerechten weet ik niet wát het was, maar ik weet wel dat het niet helemaal mijn smaak was. Wat wel goed bij mij in de smaak viel waren de toetjes. Iedereen vertelde mij al dat je op Thanksgiving ‘pumpkinpie’ moet eten. Dit was één van de toetjes, dus aan die traditie hebben wij in ieder geval voldaan.
Ondanks dat ik Thanksgiving niet heb kunnen vieren zoals ze dat hier traditioneel doen, heb ik onbewust toch een traditie meegemaakt. Althans het is niet echt een traditie, maar veel Amerikanen doen het wel hier: ouders nemen hun kinderen mee naar Las Vegas als ze 21 worden. Zo gezegd, zo gedaan. In de week van mijn 21ste verjaardag hebben mijn ouders mij mee naar Las Vegas genomen. Dat kunnen niet veel mensen zeggen in Nederland!
Na Thanksgiving komt al snel kerst. Met kerst was ik uitgenodigd bij een vriendin thuis om kerst met haar en haar familie te mogen vieren. Ik ken kerst als een feest waarbij je je familie ziet en lekker gaat eten. Hier was eten niet de belangrijkste gebeurtenis: de dag draaide om de cadeautjes! Iedereen kreeg een sok, zo’n grote die je aan de open haard moet hangen, gevuld met kleine cadeautjes. Daarnaast had iedereen ook nog voor iedereen een cadeautje gekocht. Toen dit was gebeurd, was het (om 4 uur al!) tijd voor het eten. Het eten bestond uit kalkoen met aardappelpuree en salade. Het leek wel een beetje op het diner van Thanksgiving. Als toetje hadden ze nog verschillende soorten ‘pies’. Het eten was prima, maar in Nederland zouden mensen dit een beschamend kerstdiner vinden.
In Nederland merk je altijd wel aan het weer dat je richting kerst gaat: er worden steeds meer kerstbomen opgetuigd en je hoort overal kerstmuziek. Dat is wat mij eraan doet denken dat de kerst er aankomt. Hier in Amerika is het al veel eerder duidelijker dat kerst er aankomt. Na Thanksgiving, laatste donderdag van november, tuigt iedereen de boom op. Bovendien versieren heel veel mensen hun huizen ook met heel veel lichtjes en dergelijke. Sommige straten zijn zo erg versierd, dat de politie’s avonds de straat afsluit en het verkeer regelt, zodat iedereen veilig langs de huizen kan lopen om de versierde huizen te aanschouwen. Het enige wat voor mij miste om het echte kerstgevoel te krijgen, was de kou. Het was hier ongeveer 30 graden Celsius tijdens kerst! Ik zal hier niet over klagen, maar er miste naar mij gevoel wel iets.
Dit was ook zo tijdens oud en nieuw. Het was hier heerlijk warm! Helaas is oud en nieuw niet echt een ding hier. Mensen blijven wel vaak op, maar de dag is zoals vele andere. Zelf vuurwerk afsteken mag hier ook niet. Je zal je dus altijd naar een grote stad moeten gaan om een vuurwerkshow te zien. Zoals ik al zei in de intro, om 00:00 uur merk je niet dat er een nieuw jaar is begonnen. In Nederland gaat iedereen de straat op. Hier was het ijzig stil.
Het was een goede ervaring om een andere cultuur op deze manier te mogen ontdekken. Ik ben er toch wel achter gekomen dat een cultuur zich het beste uit in de eetgewoontes van de mensen. Ik ben dan ook wel weer erg blij als ik thuis ben en weer lekker stamppot en stroopwaffels kan eten.